Beter leren schrijven 2 (start: 14 juli) *CLOSED*
De link waar jullie telkens welkom zijn, is: https://zoom.us/j/97629557580
(op 14 juli, 28 juli en... View more
Huiswerk les 2 bls 2 beeldspraak Door
-
Huiswerk les 2 bls 2 beeldspraak Door
De dag dat zij het daglicht zag, bloeiden de roze rozen rood, en scheen de zon zo zuiver aan een helblauwe hemel dat zelfs de rotsstenen in de Japanse tuin hun stoutste kleuren prijsgaven.
Ik weet dat want ik was erbij. Ze was klein, had piekerig zwart haar, oogjes als blonde amandelen, en terwijl ze knipperde tegen het volle levenslicht, zwaaide ze levendig met haar armpjes, trapte ze krachtig met haar beentjes. Maar ze had één euvel. Haar huid was bedekt met kriebels. Met een zekere regelmaat krabde ze zichzelf tot bloedens toe en leek het alsof ze in haar wiegje onder een dekentje van rode rozen lag.
Ze groeide op tussen de constante prikkels van haar tere huid, haar lachgrage lust, de liefde voor kleuren en haar schildertante, die haar alle kleurschakeringen leerde spellen, de vermaningen van onze moeder, en haar onafscheidelijke knuffels, Adie Aap en Bruinie Beer. En niet te vergeten haar spitsvondige neefje dat haar tweelingbroertje was. Met afgunst en meewarigheid keek ik vaak hoe die twee hun eigen universum bouwden. Met de jaren leek haar huidkriebel te genezen, maar onderhuids krabbelde die onrust zich een weg naar binnen. Nu en dan maakte een onbedaarlijke lachbui zich van haar meester, die wel een kwartier kon duren, vaak ze kreeg een onlesbare honger naar krijt, verf, stiften en kleurde de muren, vloer en plafond van haar kamer én daarbuiten nog bonter dan de regenboog.
De tijd kwam dat ze serieus naar school moest. Met tegenzin klom ze iedere ochtend niet op haar amandelblonde pony – die woonde in de wei achter ons huis – , maar op haar meisjesbrommer en plofte naar het Montessori Lyceum in Rotterdam. Die pony is veel te wild, meende moeder. Ik mocht het beestje wel. Niet alle docenten herkenden haar binnenprikkels als ze minutenlang in een lachstuip lag, of als ze allerlei beestachtigheden tekende, in plaats van een citroen, wat de opdracht was. Toch haalde ze uiteindelijk het verplichtte diploma. Toen wilde ze écht met de pony op stap. Of liever in een huifkar getrokken door twee paarden. Dat liet ze zich niet ontnemen. Zeker niet toen ze een jongen ontmoette die goed kon mennen en bovendien geen stropdas droeg, maar een fleurig overhemd met glitters. Moeder vond het veel te bont, ik vond dat hij wel wat in zijn mars had. Maar ze ging, over het pad dat voor haar leek geplaveid, samen met de voerman die zich niet aan haar kriebels ergerde, maar ze juist waardeerde. In de verte zag ze het universum dat ze met haar neefje placht te bouwen, nog kleurrijker en beestachtiger. Moeder legde nog gauw een koffer met proviand en nette kleren in de kar. Handkussend wuifden we haar uit.
Decennia later zoek ik mijn zusje op in Den Haag. De krakkemikkige huifkar heeft ze ingewisseld voor een kleine etage vlakbij zee. Moeders koffer staat er ook. ‘Ik heb het helemaal fout gedaan,’ zegt ze. ‘Er was geen universum. Ik kan maar beter in de zee gaan slapen. ‘
‘Weet je, bij je geboorte bloeiden de roze rozen rood en scheen de zon zo zuiver …’<br clear=”all”>
Log in to reply.