Huiswerk les 2 – Babs

  • Posted by barbara.skogtjarn@gmail.com on augustus 4, 2023 op 2:33 pm

    GEVONDEN BEELDSPRAAK

    · Baard als trofee aan gezicht hebben hangen (Jan Brokken) = vergelijking

    · Misschien zijn alle draken in onze levens eigenlijk pronsessen (Rainer Maria Rilke) = metafoor

    · We vergeten dat we uit net genoeg water bestaan om een vloedgolf te vormen (Denis Gaens) = metafoor

    · Alsof het geld haar zomaar op de rug groeit (Griet op de Beeck) = cliché (om het karakter van de moeder aan te geven)

    · Het regent zonnestralen (Acda en de Munnik) = personificatie (soort van)

    ZELFGEMAAKTE BEELDSPRAAK

    · Lavine van geld / leugens = metafoor

    · Geld bloeden = metafoor

    · Rules are fractured, shattered and the pieces walked away = personificatie

    · Aanpassing van ‘whiskey time, all the time’ -> ‘vriendschap time, all the time’

    · Bloedzuiger / teek -> toepassing op Simone = vergelijking

    · She is not the sharpest ski on the slope = metafoor

    · Begrip smelt weg = personificatie

    · Gespannen als een strakke skischoen = vergelijking

    · Ze voelde zich als een snowboarder op de moguls = vergelijking

    · Ik kijk in de knieën, de knieën openen zich = pars pro toto

    500 WOORDEN VERHAAL

    ’Hoe lang blijf je eigenlijk?’ Het zinnetje ligt al bijna
    een uur klaar en nu spuug ik het uit, precies na twee glaasjes moed en op het
    moment dat Simone verzucht dat het zo fijn is hier. Ik richt voorzichtig mijn
    blik op en kijk in haar royale zonnebril. Het enige wat ik zie is een
    minuscule, schimmige versie van mezelf, doorstoken met een felle weerkaatsing
    van de zon.
    Simone trekt loom de mouwtjes van haar t-shirt op haar gebruinde schouders omhoog
    en glimlacht langs me heen.
    Ik kijk om en volg haar blik, over de rand van het balkon, naar waar de
    neergaande zon de contouren van de bergtop met rosegoud omzoomt. Verblind keer
    ik me terug. Achter Simone rijst het verbrokkelde skelet van een verlaten,
    onafgebouwd gebouw zich op. De roestige betonijzers steken als wanhopige armen de
    hemel in, boven haar glanzende hoofd.
    ’Hmmm,’ zegt Simone, ’als het zulk weer blijft… Misschien wel het hele
    seizoen.’
    Ik slik en probeer aan de zenuwachtige zure smaak te peilen of ik dat fijn vind
    of niet. Het maakt het in ieder geval niet gemakkelijker. Het dwingt me namelijk
    tot de vervolgvraag, de confrontatie. Ik trek aan een pluk van mijn haar,
    terwijl ik overweeg hoe het zo losjes mogelijk te laten klinken. Wanneer ik
    vind dat de stilte beledigend wordt, flap ik eruit: ’Heb je geld?’
    Nu heb ik duidelijk Simone’s aandacht te pakken en ik voel de frons achter de breedgerande
    bril. ’Wat bedoel je?’ vraagt ze fel.
    ’Nou ja…’ Ik laat mijn getergde spriet haar los en krab aan een opkomend
    puistje op mijn kin. ’Je hebt al geld van mij geleend.’ Ik staar naar haar knie,
    ik durf niet hoger. ’Voor je skipas enzo.’
    Ze slaat haar benen over elkaar en nu kijk ik in twee starre, zwijgzame knieën.

    ’Misschien kun je ook meebetalen aan het eten…?’ Ik val even stil. Ik
    stel me voor hoe mijn reflectie in haar ogen nog kleiner en mismaakter wordt. ’Het
    spijt me. Ik wil niet onaardig zijn. Je bent welkom, maar… Ja, ik heb ook
    geen eindeloos budget. En jij… Maar ik wil graag…’ Ik kom er niet uit en
    smacht naar haar verlossing.
    Haar benen openen zich als ze naar voeten neerzet en zich naar voren leunt. Haar
    blote arm reikt naar mijn schouder. ’Babs… Babs?’
    Ik til
    mijn hoofd op. Haar manen schijnen in de zon. Haar gezicht is dichtbij. Poeslief,
    maar ik vrees de scherpe tanden achter haar glimlach.
    ‘Het is goed,’ zegt ze, ‘stil maar.’
    Ik adem uit, terwijl zij terugzakt in haar stoel en
    even na lijkt te denken.
    ’Je weet dat ik mijn bankpas kwijt ben. Uhm, niet kan gebruiken,’ begint ze.
    Ik wacht af, mijn wantrouwen nog niet helemaal gesmolten.
    ’Maar ik heb cash. En natuurlijk een bankrekening. Eh…’ Ze trommelt met haar
    vingers op haar wang. ’Ik kan geld overmaken naar je Nederlandse rekening.’
    ’Ja…’
    ’Ik kan gewoon huur betalen, we spreken een bedrag af. De kosten delen.’
    Ik voel een verwarring van opgeluchtheid en schuld tegelijk, en richt me weer
    tot haar schoot. ’Goed.’
    ’Even
    goede vrienden?’ Haar stem is zoet, bijna smekend. ‘Ik wil graag blijven.’
    ‘Ja, goede vrienden,’ zeg ik zacht.

    beijgenraam@hotmail.com replied 1 jaar, 4 maanden geleden 4 Members · 4 Replies
  • 4 Replies
  • Rudie

    Lid
    augustus 4, 2023 op 8:39 pm

    Dag Babs

    Ik heb een paar puntjes.

    – Verblind keer ik me <s>terug</s> weer om naar Simone?

    – in twee starre, zwijgzame knieën? Deze uitdrukking ken ik niet

    – Haar benen openen – ik snap het, maar deze zin doet gelijk aan seks denken

    – ik vrees <s>de</s> haar scherpe <s>tanden</s> tong achter haar glimlach. – misschien?

    – en richt me weer tot haar <s>schoot</s> knieën?

    Best lastig als het om geld gaat.

    Dan moet je erom te vragen als Simone dat niet zelf heeft aangeboden. Je hebt een heel eigen manier van schrijven waardoor ik steeds een beetje moest herlezen. Vandaar ook mijn puntjes.

    groetjes, Rudie

  • brenda-van-es

    Organisator
    augustus 7, 2023 op 8:16 pm

    Hola Babs, hierbij de feedback voor jou: https://www.loom.com/share/9b83405f2c4a4e109139cc24889cc300?sid=defb1171-ad50-4be4-9727-ad15041edcd3

    Je eigen stijl komt ook uit de verf met de gebruikte beeldspraak. Mooie tekst weer en klein geschreven!

  • brenda-van-es

    Organisator
    augustus 7, 2023 op 8:22 pm

    ’Hoelang blijf je eigenlijk?’ Het zinnetje ligt al bijna
    een uur klaar en nu spuug ik het uit, precies na twee glaasjes moed en op het
    moment dat Simone verzucht dat het zo fijn is hier. Ik richt voorzichtig mijn
    blik op en kijk in haar royale zonnebril. Het enige wat ik zie is een
    minuscule, schimmige versie van mezelf, doorstoken met een felle weerkaatsing
    van de zon.
    Simone trekt loom de mouwtjes van haar t-shirt op haar gebruinde schouders omhoog
    en glimlacht langs me heen.
    Ik kijk om en volg haar blik, over de rand van het balkon, naar waar de
    neergaande zon de contouren van de bergtop met goud omzoomt. Verblind keer
    ik me terug. Achter Simone rijst het verbrokkelde skelet van een verlaten,
    onafgebouwd gebouw zich op. De roestige betonijzers steken als wanhopige armen de
    hemel in, boven haar glanzende hoofd. ’Als het zulk weer blijft, misschien wel het hele seizoen.’

    Ik slik en probeer aan de zenuwachtige zure smaak te peilen of ik dat fijn vind
    of niet. Het maakt het in ieder geval niet gemakkelijker. Het dwingt me namelijk
    tot de vervolgvraag, de confrontatie. Ik trek aan een pluk van mijn haar,
    terwijl ik overweeg hoe het zo losjes mogelijk te laten klinken. Wanneer ik
    vind dat de stilte beledigend wordt, flap ik eruit: ’Heb je geld?’
    Nu heb ik duidelijk Simone’s aandacht te pakken en ik voel de frons achter de breedgerande
    bril.
    ’Wat bedoel je?’ vraagt ze fel.
    ’Nou ja,’ ik laat mijn getergde spriet haar los en krab aan een opkomend
    puistje op mijn kin, ’je hebt al geld van mij geleend.’ Ik staar naar haar knie,
    ik durf niet hoger. ’Voor je skipas enzo.’
    Ze slaat haar benen over elkaar en nu kijk ik NAAR twee starre, zwijgzame knieën.

    ‘Ik zou het fijn vinden als je ook meebetaalt aan het eten.’ Ik val even stil. Ik
    stel me voor hoe mijn reflectie in haar ogen nog kleiner en mismaakter wordt. ’Je bent welkom, maar ja, ik heb ook geen eindeloos budget. En jij… Maar ik wil graag…’ Ik kom er niet uit en
    smacht naar haar verlossing.
    Haar benen openen zich als ze HAAR voeten neerzet en zich naar voren leunt. Haar blote arm reikt naar mijn schouder. Ik til mijn hoofd op. Haar manen schijnen in de zon. Haar gezicht is dichtbij. Poeslief, maar ik vrees de scherpe tanden achter haar glimlach.
    ‘Het is goed,’ zegt ze, ‘stil maar.’
    Ik adem uit, terwijl zij terugzakt in haar stoel en even na lijkt te denken.
    ’Je weet dat ik mijn bankpas kwijt ben. Nou ja, niet kan gebruiken. Maar ik heb cash. En natuurlijk een bankrekening. Ik kan geld overmaken naar je Nederlandse rekening als je dat wilt. Wil je dat?’
    ’Ja…’
    ’Ik kan gewoon huur betalen, we spreken een bedrag af. Dan delen we de kosten.’
    Ik voel verwarring want ik voel me schuldig en opgelucht tegelijkertijd. ’Goed.’
    ’Even goede vrienden?’ Haar stem is zoet, bijna smekend. ‘Ik wil graag blijven.’
    ‘Ja, even goede vrienden,’ zeg ik zacht.

  • beijgenraam@hotmail.com

    Lid
    augustus 10, 2023 op 3:29 pm

    Hallo Babs, heel duidelijk de ongemakkelijkheid van Babs en de nonchalante houding van Simone. Zie hieronder nog een paar puntjes.

    – Mooi begin! Meteen op scherp en duidelijk hoe Babs er in zit.

    – Bij wat je ziet als je naar de zonnebril kijkt, zat ik even mis. Ik dacht, ‘huh? Is Simone dan haar tweeling zus?’ 😉 maar het is natuurlijk de weerkaatsing van de zonnebril.

    – Simone trekt loom de mouwtjes van haar t-shirt… -> ik zie dit niet helemaal voor me. Als het een t-shirt met mouwtjes is zou ik verwachten dat de gebruinde schouders niet te zien zijn of worden die door het er aan trekken juist zichtbaar? Maar dan zou ik niet trekken zeggen maar omhoog duwen/vouwen of oprollen.

    – Zenuwachtige zure smaak gebruiken om te peilen of je het fijn vindt of niet vind ik wat ver gezocht.

    – ‘het zo losjes mogelijk te laten klinken’ -> bij ‘het zo losjes’ dacht ik dat het over de pluk haar ging. Niet over de confrontatie.

    Misschien kan je er wat mee,

    Groeten Brigit

Log in to reply.