Antwoord: Huiswerk Rudie BLS-les 3

  • beijgenraam@hotmail.com

    Lid
    augustus 22, 2023 op 2:51 pm

    Hallo Rudie,

    Een leuk verhaal, makkelijk te lezen en heel duidelijk het klein schrijven toegepast. Ondanks dat er 5 personen zijn, kan ik goed volgen wie wat zegt. Ik zie dat je geen gebruik hebt gemaakt van de regel, elke nieuwe spreker op een nieuwe zin, maar dat brengt me niet in verwarring. Elise komt voor mij qua typering wel naar voren. De andere 2 kinderen heb ik iets minder een beeld van.

    Hier nog wat kleine opmerkingen:

    – De eerste paar zinnen van je verhaal staan (zoals het op mij overkomt) in vertel-vorm. Vanaf de eerste vraag van Noor in alinea 2 word ik echt de scene in getrokken. Het had van mij ook meteen in scene vorm mogen beginnen. Bijv het moment tijdens het inpakken waarop je besluit, nu is het klaar met dat vervelen, we gaan wandelen. En dat je je misschien afvraagt wat het moet worden van die middag… en dan blijkt het heel positief te verlopen.

    Armen duwden -> alles is tegenwoordige tijd dus ik verwacht hier: armen duwen

    – Een paar keer sluit je een gesproken zin met .’ terwijl er “zegt …” achter komt. De zin hoort dan afgesloten te worden met ,’

    – En soms staat er juist niets zoals bij ‘pas op Elise’ roep ik nog. -> Hier zou een komma na Elise moeten.

    maar begrijpt dat het meer als een grapje is bedoeld -> hoe begrijpt Enzo dat? Aan je lachende gezicht? Of hoe zie jij aan hem dat hij het begrijpt?

    O kijk, kijk eens, er staat.. -> ik zou 1 van de 2 doen. Dus of Oh, kijk, er staat.. of Kijk eens, er staat…

    De banden zijn al bijna vergaan -> voelde voor mij wat dubbelop. Je schrijft al dat de banden leeg zijn.

    Het busje lijkt al even oud als het huisje. -> dat was al helemaal duidelijk met je beschrijving ervoor. Ik heb het beeld al, dus hoef je wat mij betreft niet nogmaals aan te geven.

    We gaan er maar niet in. -> ik bleef hier even happeren. Ik zou niet weten waarom je überhaupt het busje in zou willen. Ook niet als het niet zo oud zou zijn.

    – Aan het eind ben ik nog nieuwsgierig hoe jij denkt of je voelt over het fantaseren van je kinderen. Vind je het leuk dat ze wat nieuws ontdekt hebben en nieuwsgierig zijn? Of vond je het ’s avonds vervelend dat ze nog steeds wat rare dingen zitten te bedenken? Of denk je liefdevol: wat heerlijk hoe die kinderen zo met elkaar aan het ontdekken zijn?

    Misschien kan je er wat mee,

    Groeten Brigit