Antwoord: Huiswerk les 1_Rudie

  • beijgenraam@hotmail.com

    Lid
    juli 24, 2023 op 11:33 am

    Hallo Rudie,

    Wat een leuk stuk! Moest er erg om lachen. En complimenten, op een paar plekken na, zie ik het woordje ‘ik’. Ook zie ik duidelijk het klein schrijven met acties, gedachten en setting. Al kan het op sommige plekken denk ik nog meer. Zie hieronder nog wat specifieke punten, hopelijk kan je er iets mee.

    Groeten Brigit

    – Het loopt naar het einde van de middag en deze keer had ik minder moeite om de juiste trein te kiezen. -> deze zin vind ik een beetje vreemd. Eind van de middag en de trein kunnen vinden lijken weinig met elkaar te maken te hebben. Dus ik was even afgeleid. En ‘deze keer’ valt een beetje uit de lucht. Misschien iets met op de heenweg was ik compleet verdwaald maar nu kon ik goed de juiste trein vinden. Ofzo. Of kan dit er helemaal uit? Lijkt niet zoveel toe te voegen aan dit verhaal. Mogelijk wel terugpakkend in je boek naar een eerdere scene over de heenweg?

    – Bij het gezin van mijn dochter -> klinkt voor mij alsof je dochter er niet bij was. En in eerste instantie dacht ik ook, maar dat ben jij toch? Maar dat is natuurlijk niet zo. Ik zou dan eerder zeggen bij mijn dochter en haar gezin/kinderen. Ik verwacht bij deze zin dat het belangrijk is voor het verhaal. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Ik word er wel nieuwsgierig naar gemaakt hoe die week is geweest.

    – Trein volledig gevuld, bijna alle zitplaatsen bezet -> dubbelop. Ik zou trein volledig gevuld schrappen.

    – Hoe zie je dat hij ook net ontdekte dat zijn gulp openstaat?

    – Stukje ik hoop .. -> leuk! Van die gedachten die door je heen kunnen gaan ja. Dat zoiets je bezig houdt en ongemakkelijk laat zitten, van wat doe ik nu?! Herkenbaar hoe dat je helemaal over kan nemen.

    – Voor mij is er geen nieuwe alinea nodig voor ‘of zal ik het dan maar…’ want dat gaat allemaal nog over jouw gedachten over die man en rits.

    – ‘mijn hele denken is ineens helemaal..’ -> hoef je voor mij niet te schrijven want dat laat je al zien met de tekst erboven.

    – Hoe ziet het ‘hij blijft onrustig’ eruit?

    – Mijn denken gaat weer terug.. -> zou ik een
    daadwerkelijke gedachten van maken. bijv Ik denk weer terug aan het afscheid
    van mijn dochter en nu mijn schoondochter die me komt ophalen
    . Daar zal je
    vast ook iets bij voelen, glimlach krijgen of juist even verdrietig omdat je
    dochter zo ver weg is of …?